Succulenta (Netherlands) 50(3): 49-50, 1971.
<
Frailea concepcionensis Buining et Moser sp. nov.
A.F. H. BUINING
Corpus caespitosum, ad 8 cm diam., corpusculum singulare ad 2,5 cm diam., ad 1,75 cm altum, viride. Costae ad 13, in tubercula papilliformia rotunda rubescentia 4 mm diam., solutae. Areolae ex longo rotundae, ali-quo tomenti albo-flavescentis tectae. Spinae 8-10, interdum adhuc aliquae spinae adiunctae, disposite distantes, differentes longitudine, ad 4,5 mm longae, paulo asperae, pallide-flavescentes; raro una (—2) spina centralis. Flores infundibuliformes, 24 mm longi latique, pallide-citrini. Pericarpellum 5 mm longum, 4 mm latum, 4 mm ab infimo nudum, ceterum saetis brun-neis albipilosumque. Receptaculum 3 mm longum, saetis brunneis albipilo-sumque. Folia perianthii exteriora spathulata, apice acutissimo, lurida, pallide-viridibus striis; interiora spathulata, apice acutissimo et margine subtiliter crenata, pallide-citrina. Stylus 6 mm longus, flavo-albescens. Stigmata 8, 2,5 mm longa, pallide-flava. Stamina primaria 5-9 mm longa, circum stylum inserta, pallide-flava; secundaria 6 mm longa, pallide-flava. Antherae 0,6-0,7 mm longae, pallide-flavae. Camera nectarea 0,5 mm lata. aperta. Caverna seminifera 2,2 mm longa, 2,5 mm lata. Fructus 10 mm longus, 6 mm diam., infra supraque punctatus, fulvis ad albis saetis albaque lana. Semen galeriforme, nitidum, fulvum, 1,2 mm longum, 1,3 mm latum; testa plana. Habitat ad Concepción praeter Rio Paraguay, Paraguay.
 |
| Frailea concepcionensis |
Foto Moser |
Lichaam zodevormend, tot 8 cm diam., enkel hoofdje tot 2,5 cm diam., tot 1,75 cm hoog, groen. Ribben tot 13, opgelost in ronde tepelvormige roodachtige knobbeltjes van 4 mm diam. Areolen ovaal, met iets wit-geelachtig vilt. Dorens 8-10, soms nog enkele bijdorentjes, gespreid afstaand, verschillend van lengte, lang tot 4,5 mm, iets ruw, licht geelachtig; zelden 1 (—2) midden-doren(s). Bloem trechtervormig, 24 mm lang en breed, licht citroengeel.
Pericarpellum 5 mm lang, 4 mm breed, onderste 4 mm kaal, verder met bruine borstels en witte haren. Receptaculum lang 3 mm, met bruine borstels en witte haren. Buitenste perianthbladeren spatelvormig met naaldfijne punt, vuil geel met zacht groene strepen; binnenste spatelvormig met naaldfijne punt en fijn gekartelde rand, licht citroengeel. Stijl 6 mm lang, geelachtig wit. Stempels 8. 2,5 mm lang, lichtgeel. Primaire meeldraden 5-9 mm lang, rond stijl geplant, lichtgeel; secundaire 6 mm lang, lichtgeel. Helmknopjes 0,6-0,7 mm lang, lichtgeel. Nektarruimte 0,5 mm breed, open. Zaadholte 2,2 mm lang, 2,5 mm breed.
Vrucht 10 mm lang, 6 mm diam., onder- en bovenaan toegepunt, met lichtbruine tot witte borstels en witte wol haren. Zaad mutsvormig, glanzend, lichtbruin, 1,2 mm lang, 1,3 mm breed; testa vlak. Groeiplaats Paraguay, bij Con-cepción en aldaar langs de Rio Paraguay.
|
