|
Succulenta (Netherlands) 60(7): 166-167, 1981.
< Op zoek naar cactussen in Rio Grande do Sul (slot)
K.H. PRESTLÉ
Notocactus uebelmannianus komt hier nog slechts in geringe hoeveelheden voor en daar de planten reeds zaadbessen dragen, is niet uit te maken of we met de roodbloeiende of de geelbloeiende vorm te maken hebben. De vraag of rood- en geelbloeiende variëteiten gescheiden of gemengd voorkomen is volgens mij nog helemaal niet opgelost. De daarover in Europa heersende mening is volledig uit de lucht gegrepen en niet het resultaat van wetenschappelijk onderzoek. Het feit, dat in Europa regelmatig planten of zaden arriveren, waaruit zowel geel- als roodbloeiende exemplaren te voorschijn komen, is puur toeval, omdat de verzamelaars meestal op standplaatsen verzamelen, als er geen bloemen meer te zien zijn. Daarom is het best mogelijk, dat de arealen van roodbloeiende en geelbloeiende vormen elkaar raken of zelfs elkaar overlappen, het is tenslotte niet de eerste keer, dat wij op een standplaats verschillende Notocactussen aantreffen.
Notocactus uebelmannianus staat, net als Frailea horstii, het liefste in half-schaduw onder struiken en grassen.
Opvallend is, dat op de plek tussen Cacapava do Sul en Lavras een min of meer vlak landbouwgebied met een lengte van ongeveer 30 km ligt, zodat althans hier een natuurlijke barrière met het areaal van Notocactus crassigibbus aanwezig is. Dat sluit natuurlijk niet uit, dat het verspreidingsgebied van beide soorten elkaar op een andere plaats raakt.
Kort voor Lavras vinden wij de mooie kleine Frailea pygmaea var. lilalunula (FR 1385b).
Via Lavras bereiken wij spoedig de omgeving van Bagé, dat naar mijn idee een van de meest interessante cactusgebieden in Rio Grande do Sul is. Behalve een prachtige nieuwe Wigginsia spec. nova (PR 275) ontdekken wij hier ook een Notocactus spec. nova (PR 229), die wij voor een variëteit van Notocactus succineus houden, maar ook best Notocactus scopa var. glaucerianus zou kunnen zijn. Deze Notocactus hangt hier aan steile rotswanden en heeft de vorm van een pijp met een lengte van 30 cm en een doorsnede van 8 cm. Er is nader onderzoek nodig om te beslissen, wat wij hier precies gevonden hebben.
Tussen Bagé en Dom Pedrito moeten wij volgens Buining goudgeelbedoornde Frailea's kunnen vinden, maar wij vinden niets. Het gehele gebied is in cultuur gebracht en met veel moeite vinden wij enige exemplaren van Frailea pygmaea var. en Gymnocalycium denudatum. Pas bij Machado wordt het landschap weer geschikter voor cactussen. Wij ontdekken Frailea machadoea nom. prov. (PR 159), een vondst, die voor het onderzoek aan Frailea alacriportana van groot belang is en kort voor het stadje Lorenco verzamelen wij de resten van Notocactus acutus var. lorencoensis. Deze zeer aparte en ver van de standplaats van Notocactus acutus groeiende Notocactus komt hier alleen nog maar voor in rotsrichels, zodat het belangrijk is deze soort in onze verzamelingen te vermeerderen. Voorbij deze vindplaats verandert de omgeving sterk en komen wij in een gebied, waar rijst verbouwd wordt en daarmede is ook deze reis ten einde.
Vijverweg 12, 5461 AL Veghel Vertaling: A.B. Pullen
|