|
Succulenta (Netherlands) 60(8): 176-177, 1981.
< Wat denkt U van ...(15)
Frailea gracillima (Monv. ex. Lem.) Br. & R. TH.M.W. NEUTELINGS
Frailea's komen in verzamelingen niet zo talrijk voor in vergelijking met andere cactusgeslachten. Dat is eigenlijk jammer, want het zijn kleine, interessante cactussoorten die niet veel ruimte innemen. Misschien zijn ze wel minder populair, omdat ze niet zo gemakkelijk tot bloei geraken. Want weliswaar maken ze vrij gemakkelijk bloemknoppen, maar het opengaan ervan blijft vaak een wensdroom. En toch zijn ze in staat vruchten voort te brengen, waaruit na rijping kiemkrachtig zaad voortkomt. Dit is een zogenaamd cleisto-gaam proces, hetgeen zoveel zeggen wil dat in de gesloten gebleven bloem-knop bevruchting met eigen stuifmeel plaats vindt. Laten we ons bepalen tot de soort gracillima, wat de "meest slanke" betekent. De zuilvormige gedaante van dit plantje wettigt dan ook deze naamgeving. Het is ruim 9 cm lang en kent een doorsnede van 2½ cm. Het heeft 19 rijen met kleine tuberkels, die ongeveer 2 mm hoog zijn. Tijdens de groei ziet de kop van de plant er glanzend frisgroen uit. Nadien wordt de groene kleur dof. De onderzijde van de oudere tuberkels wordt geleidelijkaan donker tot paarsrood toe.
Uit de areool op de tuberkels ontspringen 2, soms 3 middendoorns, die van het plantelichaam af staan. Er is ook wel eens een areool te vinden met maar 1 middendoorn. De kleur ervan is zeer donkerbruin en de maximale lengte die ze bereiken is ongeveer 7 mm. De randdoorns, meestal 12 in aantal, zijn beige tot wit van tint, dun en staan min of meer straalvormig op het areool ingeplant. De lengte varieert van ca. 3 tot 5 mm. De jonge areolen bevatten aanvankelijk wat witte wol. De meeste kans dat de bloemknoppen zich tot een normale bloem ontvouwen doet zich, althans volgens mijn ondervinding in de maand augustus voor. De bloemknop is goed beschermd door witte wol en bruine borstelharen. De bloem zelf, ongeveer 30 mm breed, is prachtig egaal geel van kleur. De onderzijde van de buitenste bloemdekbladen kent een roodbruine midden-streep. De vrij brede, wat stompe bloemdekbladen zijn aan de rand enigszins gerafeld. Behalve de witte stempel zijn de meeldraden op het eerste gezicht niet of bijna niet waarneembaar. Wat uiterlijk betreft lijkt de bloem weinig op die van de doorsnee cactusbloem. Helaas is de duur van de bloei niet zo lang, een a twee dagen.
De rijpe zaden zijn vrij groot en glanzend bruinzwart.
Het vaderland van deze Frailea is Paraguay. In cultuur is bepaald geen moeilijk plantje en het vraagt geen bijzondere aandacht. Het verlangt veel licht, maar moet evenwel enigszins beschut staan tegen de rond de middaguren schijnende zon. Ook op de vensterbank voelt het zich beslist thuis.
Galmeidijk 49, 4706 KL Roosendaal |