logo Frailea - Hidden treasures
Articles
  home Last Modified: 20120204  
Succulenta jaargang 87 (1) 2008

FRAILEA’S OOK IN PARAGUAY
Ludwig Bercht & Volker Schädlich

De niet specifiek geïnteresseerde cactusliefhebber denkt bij het horen van Frailea dat deze planten slechts in Uruguay en Zuid-Brazilië (Rio Grande do Sul) voorkomen. De meer ingewijden weten dat ook buiten deze gebieden frailea’s gevonden zijn. Het is zelfs zeer interessant op te merken dat de typesoort van het geslacht niet uit Uruguay of Zuid-Brazilië komt, maar uit Paraguay.

Het geslacht is door Britton en Rose opgesteld en vernoemd naar Manuel Fraile, een man van Spaanse afkomst die de zorg had voor de cactuscollectie van het US Department of Agriculture in Washington.
De bedoeling van dit artikel dan wel overzicht is u kennis te laten maken met de in Paraguay (en even over de grens naar een stukje Brazilië) voorkomende frailea’s en de schoonheid ervan. In een ander artikel zal nader worden ingegaan op de juistheid van de benamingen en de taxonomie.
De grenzen van het land Paraguay, samen met Bolivia de enige twee landen in Zuid-Amerika die niet aan de oceaan liggen, zijn in de loop der tijden regelmatig onder invloed van oorlogen gewijzigd. Het huidige Paraguay is met zijn bijna 407.000 km2 meer dan 10 keer zo groot als Nederland. Het inwoneraantal wordt thans geschat op zo’n 6 miljoen, waarvan eenzesde woont in de agglomeratie Asuncion, de hoofdstad van het land. Misschien aardig te vermelden is dat de nationale vlag, afgezien van een nationaal embleem in de witte band, volledig identiek is met de Nederlandse driekleur; bij goedkopere en ook bij kleine uitvoeringen van de vlag wordt het embleem weggelaten en zo liep de eerste auteur eens door Asuncion op een feestdag en was de stad volledig versierd met de “Nederlandse” driekleur.
Door de Rio Paraguay en zijn overstromingsgebied wordt het land in vele opzichten in tweeën verdeeld; ten westen ligt de uitermate dunbevolkte, onvruchtbare Gran Chaco en ten oosten het oorspronkelijk bosrijke heuvellandschap, doortrokken met enkele rotsige gebergten (die slechts een paar honderd meter hoog zijn) en steenplaatformaties.
Het voorkomen van vertegenwoordigers van het geslacht Frailea in Paraguay is al heel lang bekend. In 1897 beschreef Haage jr. Echinocactus schilinzkyanus, een soort die thans is opgenomen in het geslacht Frailea. Na de Tweede Wereldoorlog en vooral door de inspanningen van Adolfo Friedrich uit Asuncion en Günther Moser uit Kufstein (Oostenrijk) is de kennis rond het voorkomen in met name het oostelijke deel van Paraguay aanzienlijk uitgebreid. Verschillende nieuwbeschrijvingen verschenen ook in onze Succulenta.
Op onze reis in 2006 hadden de auteurs het geluk de meeste taxa in hun natuurlijke omgeving te kunnen bestuderen en fotograferen. Gaarne maken wij u deelgenoot van deze vondsten. Allereerst de planten die voorkomen in het oostelijke deel van Paraguay.
F. cataphracta var. cataphracta, de typesoort van het geslacht en beschreven door Dams in 1904, komt voor ten zuidoosten van Asuncion ; plaatsnamen uit dat gebied zijn Piribebuy, Pirareta, Ita Moroti en Valenzuela. De planten groeien in een leemachtige bodem. In hetzelfde verspreidingsgebied en onder dezelfde groeiomstandigheden komen populaties voor, die als belangrijkste verschil hebben dat de doorns van de planten niet geel zijn maar donkerbruin tot bijna zwart. Deze zijn beschreven als F. cataphracta var. duchii Moser. Duidelijk afwijkende populaties vindt men bij Capilla Tuya; deze planten zijn beschreven als F. cataphracta var. tuyensis Buin. & Moser en onlangs ombenoemd tot F. pygmaea ssp. tuyensis (Buin. & Moser) Metz. Net over de grens met Brazilië, ten westen van Antonio Joao vond Leopoldo Horst planten die bekend geworden zijn als F. matoana Buin. & Bred. (HU 192). Duidelijk is de verwantschap met F. cataphracta te zien en dit leidde onlangs dan ook tot een ombenoeming tot F. cataphracta ssp. matoana. Een vergelijkbare ombenoeming onderging F. melitae Buin. & Bred., dit werd F. cataphracta ssp. melitae (Buin. & Bred.) P.J. Braun & Esteves. Deze planten werden door Buining en Horst gevonden ten oosten van Porto Murtinho op 30 mei 1972 en kregen het veldnummer HU 376. Zeer interessant was onze vondst van een vertegenwoordiger uit deze verwantschapsgroep ten noorden van Concepcion.
Duidelijk te onderscheiden van alle andere frailea’s in Paraguay is de enig zuilvormig groeiende soort, nl. F. knippeliana (Quehl) Br. & R. Metzing meent dat deze beschrijving een dubbelbeschrijving is van F. pumila (naar mijn mening een dwaling) en herbeschrijft de zuilvormige, geelbedoornde planten als F. alexanderi Metzing. De planten hebben geen groot verspreidingsgebied en zijn gevonden in de omgeving van Valenzuela. Het zijn solitaire plantjes die op latere leef tijd enkele spruiten krijgen.
Soorten met een sterke neiging tot spruiten zijn F. grahliana en F. concepcionensis. F. grahliana (KSch.) Br. & R. is beschreven in 1899 met als vindplaats nabij Paraguari. De in omloop zijnde planten hebben hun oorsprong bij Nueva Italia, hemelsbreed zo’n 40 km van Paraguari verwijderd. F. concepcionensis Buin. & Moser komt, zoals al is af te leiden uit de naam, voor in de omgeving van Concepcion. Toen wij de planten daar vonden, was het zeer nat en vele planten stonden vrijwel onder water.
Braun en Esteves hebben F. concepcionensis ombenoemd tot een subspecies van F. schilinzkyana, hetgeen instemming vond bij Hunt et al. F. grahliana en alle hierna te noemen en uit het oostelijke deel van Paraguay afkomstige soorten worden door Hunt et al. beschouwd als behorende tot F. schilinzkyana ssp. schilinzkyana.
F. schilinzkyana ssp. schilinzkyana (Haage jr.) Br. & R. werd al in 1897 beschreven aan de hand van planten afkomstig uit de omgeving van Paraguari. Als je de beschrijvingen van F. grahliana en F. schilinzkyana, beide afkomstig van Haage jr., met elkaar vergelijkt dan zit het verschil voornamelijk in de doorns. Bij de eerste aanliggend, 12 tot 14, zwart en bij de tweede afstaand, 9 tot 11 en gelig. Met als vindplaats Yta-Ybaté worden zowel F. ybatense Buin. & Moser als F. moseriana Buin. & Bred. in 1972 vastgelegd.
Van wat verder zuidelijk, bij San Ignacio, komt F. ignacionensis Buin. & Moser. De verschillen in de nieuwbeschrijvingen tezamen met bekend materiaal en de hernieuwde kennis in de natuur, waarbij de veldkennis van onze vriend Alexander Arzberger uit Asuncion onontbeerlijk is, moeten uitsluitsel geven of Hunt et al. gelijk hebben.
Een voor mij duidelijk herkenbare plant is F. friedrichii Buin. & Moser. Deze planten groeien aan de randen van rotsplaten die optreden in het gebied oostelijk van Asuncion. Vindplaatsen zijn Chololo en Itacurubi. Ook deze verdwijnt bij Hunt et al. in de synonymie van F. schilinzkyana ssp. schilinzkyana.
Ter afsluiting van de frailea’s gevonden ten oosten van de Rio Paragauy moet de vondst gemeld worden van een nog niet nader geïdentificeerde frailea uit het gebied ten oosten van Porto Murtinho.
Tot 1988 waren er geen frailea’s uit het Chaco-gebied van Paraguay bekend. Wel kenden we enkele soorten uit het aangrenzende gebied in Bolivia zoals F. chiquitana Cardenas, F. uhligiana Backbg. en F. klingleriana n.n. Groot was dan ook de sensatie toen Bercht, Piltz en Metzing op hun reis in 1988 onder het struikgewas van de Chaco-vegetatie tussen de militaire posten Americo Picco en Cruce 4 de Mayo kleine, solitaire plantjes vonden die ondertussen hun weg in vele collecties hebben gevonden als F. piltzii n.p. Intussen hebben wij en ook anderen in daaropvolgende jaren meer frailea-populaties gevonden. Een verwerking moet nog plaatsvinden en daarbij moet zeker ook over de grens met Bolivia gekeken worden. U ziet, er valt nog steeds iets te ontdekken en er is gelukkig nog veel om uit te pluizen.

Veerweg 18
4024 BP Eck en Wiel
ludwigbercht@hetnet.nl

Heinrichstrasse 8
D 03130 Spremberg
Duitsland
www.gymnos.de

F. cataphracta var. cataphracta LB 3098/VoS 298
Afb. 1: F. cataphracta var. cataphracta LB 3098/VoS 298

F. cataphracta var. cataphracta LB 3098/VoS 298
Afb. 2: F. cataphracta var. cataphracta LB 3098/VoS 298

F. cataphracta var. duchii LB 3102/VoS 301 Afb. 3: F. cataphracta var. duchii LB 3102/VoS 301 (foto V. Schädlich)

F. cataphracta var. tuyensis LB 3111/VoS 309 Afb. 4: F. cataphracta var. tuyensis LB 3111/VoS 309

F. cataphracta var. tuyensis LB 3111/VoS 309 Afb. 5: F. cataphracta var. tuyensis LB 3111/VoS 309 (foto V. Schädlich)

F. matoana LB 3088/VoS 292 Afb. 6: F. matoana LB 3088/VoS 292 (foto Walter Mucher)

F. matoana LB 3088/VoS 292 Afb. 7: F. matoana LB 3088/VoS 292 (foto Walter Mucher)

F. melitae LB 3076/VoS 285
Afb. 8: F. melitae LB 3076/VoS 285 (foto V. Schädlich)

F. melitae LB 3076/VoS 285 Afb. 9: F. melitae LB 3076/VoS 285 (foto V. Schädlich)

F. cataphracta var. noord Concepcion LB 3092/VoS 295 Afb.10: F. cataphracta var. noord Concepcion LB 3092/VoS 295

F. cataphracta var. noord Concepcion LB 3092/VoS 295
Afb.11: F. cataphracta var. noord Concepcion LB 3092/VoS 295

F. knippeliana LB 3104/VoS 303
Afb.12: F. knippeliana LB 3104/VoS 303

F. knippeliana LB 3104/VoS 303 Afb.13: F. knippeliana LB 3104/VoS 303 (foto V. Schädlich)

F. concepcionensis LB 3089/VoS 29 Afb.14: F. concepcionensis LB 3089/VoS 29

15: F. concepcionensis LB 3089/VoS 293 Afb. 15: F. concepcionensis LB 3089/VoS 293

F. moseriana/ybatense LB 3105/VoS 305 Afb. 16: F. moseriana/ybatense LB 3105/VoS 305

F. moseriana/ybatense LB 3105/VoS 305 Afb. 17: F. moseriana/ybatense LB 3105/VoS 305 (foto V. Schädlich)

F. grahliana LB 3106/VoS 306Afb. 18: F. grahliana LB 3106/VoS 306

F. grahliana LB 3106/VoS 306Afb. 19: F. grahliana LB 3106/VoS 306

F. friedrichii LB 3099/Vos 299Afb. 20: F. friedrichii LB 3099/Vos 299 (foto V. Schädlich)

F. friedrichii LB 3099/VoS 299Afb. 21: F. friedrichii LB 3099/VoS 299

F. friedrichii en F. cataphracta var. cataphractaAfb. 22: F. friedrichii en F. cataphracta var. cataphracta (foto Walter Mucher)

F. schilinzkyana LB 87/P 441 Cambyreta Afb. 23: F. schilinzkyana LB 87/P 441 Cambyreta

F. schilinzkyana LB 87/P 441 CambyretaAfb. 24: F. schilinzkyana LB 87/P 441 Cambyreta

F. ignacionensis LB 3112/VoS 310Afb. 25: F. ignacionensis LB 3112/VoS 310

F. species nova LB 3080/VoS 287 bij Porto MurtinhoAfb. 26: F. species nova LB 3080/VoS 287 bij Porto Murtinho (foto Walter Mucher)

F. piltzii n.p. LB 3034/VoS 254Afb. 27: F. piltzii n.p. LB 3034/VoS 254 (foto V. Schädlich)

F. piltzii n.p. LB 3034/VoS 254Afb. 28: F. piltzii n.p. LB 3034/VoS 254

F. spec. Islas de las Palmas LB 3041/VoS 259Afb. 29: F. spec. Islas de las Palmas LB 3041/VoS 259 (foto V. Schädlich)

F. spec. Islas de las Palmas LB 3041/VoS 259
Afb. 30: F. spec. Islas de las Palmas LB 3041/VoS 259 (foto V. Schädlich)

F. spec. Agua Dulce LB 3061/VoS 275Afb. 31: F. spec. Agua Dulce LB 3061/VoS 275

F. spec. Agua Dulce LB 3069/VoS 279Afb. 32: F. spec. Agua Dulce LB 3069/VoS 279

Tenzij anders vermeld, foto’s L. Bercht
Valid HTML 4.01 Transitional