|
Cactus V06 - 1974 pag. 57-58
Frailea cataphracta (Dams) Br. & R. Ander miniatuur juweel en op alle punten merkwaardig. Afkomstig van Paraguay, is hij niet zo zeldzaam en gemakkelijk te kweken als de voorgaande.
Hij wordt niet groter dan 4 cm en is onderverdeeld in een vijftiental ribben, met iets vooruitstekende areolen die op enkele millimeter van elkaar staan. Onder iedere areool is de opperhuid versiert met een roodachtige tot paarsachtige vlek in de vorm van een wassende maan ; daaraan dankt hij waarschijnlijk zijn naam : cataphracta betekent namelijk gepanserd of bedekt met een harnas. Wanneer hij zijn volle grootte bereikt heeft, begint hij zich te vertakken en vormt zo uiteindelijk mooie dichte zoden die toch weinig plaats innemen. Hij is zeer bloeiwillig, maar zoals bij alle Frailea's, zijn z'n bloemen dikwijls cleistogaam, t.t.z. ze bevruchten zichzelf spontaan zonder dat de bloemknoppen zich openen. De zaden kiemen zeer snel, maar verliezen hun kiemvermogen in enkele maanden tijd. Als ze zich openen worden de bloemen 2-3 cm groot en hebben een licht-citroengele kleur. KWEEKWIJZE : kweekt gemakkelijk in volle grond in een tamelijk losse en voedzame kompost, en ietsjes zuur, in de halfschaduw van een groter wordende plant. Men kan hem ook enten op traaggroeiende entstam. VERMENIGVULDIGING : gemakkelijk door zaaien of enten van scheuten. N.B. : Ik had het geluk enkele zeer mooie eksemplaren te zien, gekweekt in neutrale stoffen (turf en lithoperle) en begoten met regenwater waarin handelsmeststoffen opgelost waren. |